Terugblik: Speeddate met jeugdarts Leslie Logghe

Vorige week gingen we in gesprek met Leslie Logghe, jeugdarts in opleiding (2e jaar) uit West-Brabant. Ondanks een klein groepje deelnemers was de betrokkenheid groot en ontstond er veel interactie.

Van ziekenhuis naar jeugdgezondheidszorg

Na zijn geneeskundestudie werkte Leslie een jaar in het ziekenhuis. Daar ontdekte hij dat dit niet de weg was die hij wilde inslaan. Hij koos bewust voor de jeugdgezondheidszorg, eerst als anios en later als arts in opleiding. 

“Sinds ik in de jeugdgezondheidszorg werk, heb ik daar geen moment spijt van gehad.”

Waarom jeugdgezondheidszorg?

Leslie vindt het werken met (gezonde)kinderen inspirerend. Daar kun je de start maken voor een gezonde generatie. Preventie staat hierin voorop: door problemen te voorkomen of vroeg te signaleren, kan veel leed én zorgkosten worden voorkomen. Het vak is breder dan alleen de spreekkamer: signalen die je daar tegenkomt, vertaal je ook naar beleid. Denk aan thema’s als overgewicht, opvoedkundige vraagstukken of middelengebruik. 

Wat doet een jeugdarts?

De werkzaamheden van de jeugdarts zijn divers. Enkele taken van de jeugdarts zijn: 

  • Monitoren van de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar.
  • Signaleren van trends of problemen en dit bespreken met scholen, gemeenten en andere partners.
  • Deelname aan multidisciplinaire overleggen rondom kinderen en jongeren.

Zo werk je zowel met individuele kinderen als op maatschappelijk niveau. 

“Je werkt met het individuele kind, maar je staat óók midden in de maatschappij. Dat maakt het vak dynamisch en betekenisvol.”

De opleiding

De eerste fase van de opleiding tot jeugdarts is veelzijdig: stages in de jeugdgezondheidszorg, een brede M+G-stage, verdieping in samenwerking met klinische specialismen en een keuzestage. Naast deze praktijkervaring volgen AIOS één dag per week onderwijs bij TNO of NSPOH, en ook praktijkopdrachten maken onderdeel uit van de opleiding. Leslie deelt voorbeelden uit zijn eigen ervaring: het geven van bijscholingen, begeleiden van coassistenten en het verbeteren van samenwerkingsstructuren in de regio.

Tijdens het sollicitatieproces geven kandidaten hun voorkeuren voor opleidingsplekken op, waarna de plaatsen via een lotingsprocedure worden toegewezen. Voor Leslie betekende dit dat hij niet in zijn eerste voorkeur-regio terechtkwam. Wat aanvankelijk teleurstellend leek, bleek achteraf een enorme meerwaarde: hij kreeg de kans om een andere GGD te ontdekken, nieuwe inzichten op te doen en zijn kennis van zijn eerdere organisatie mee te nemen naar de nieuwe. Leslie benadrukt dat zulke uitwisselingen juist van onschatbare waarde zijn voor de ontwikkeling tot jeugdarts.

Dagelijkse praktijk

Geen dag is hetzelfde. Jeugdartsen voeren spreekuren, hebben overleg met scholen, gemeenten en zorgprofessionals, en werken mee in beleids- en werkgroepen. Waar de nadruk ligt, hangt af van de doelgroep: bij jonge kinderen is er bijvoorbeeld meer aandacht voor taalontwikkeling, terwijl bij tieners vaker ziekteverzuim of psychosociale problematiek spelen. Communicatie is daarbij cruciaal – jeugdartsen moeten kunnen schakelen met kinderen, ouders, scholen en gemeenten, in alle lagen van de samenleving.

Inspirerende sessie

De speeddate met Leslie gaf deelnemers een helder beeld van de opleiding en de dagelijkse praktijk van een jeugdarts. Zijn persoonlijke verhaal liet zien hoeveel impact jeugdartsen maken– niet alleen in de spreekkamer, maar ook op de volksgezondheid.